Legesverordeningen anno 2024

Legesverordeningen anno 2024 - Arcade Bouwkwaliteit

Door de inwerkingtreding van de Wet Kwaliteitsborging en de Omgevingswet voor het bouwen zijn de legesverordeningen sterk gewijzigd met name laat het onderzoek zeer grote verschillen tussen gemeenten zien. Vooral als het gaat om nieuwe artikelen en tarieven.

Het voortraject

De varianten in de heffingsmaatstaven en tarieven zijn zeer groot. Vaste tarieven, gedifferentieerde tarieven naar diverse intake- en omgevingstafels, aantal overleggen, aantal disciplines of adviseurs en combinaties daarvan. Een gemiddelde lijn is niet te ontdekken. Bijna iedere gemeente vermindert 100% van de betaalde leges van het omgevingsoverleg na daadwerkelijke aanvraag. Daarbij ontstaat het probleem dat de vermindering meer bedraagt dan de te betalen leges na aanvraag. Dit betekent dan een terugbetaling. Al het werk dat is besteed aan de aanvraag is dan gratis uitgevoerd. Om dit te voorkomen is het noodzakelijk te formuleren dat de vermindering maximaal 100% bedraagt tot een minimaal te betalen tarief.

De bouwtechnische en ruimtelijke toetsing

De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen zorgt voor een tweedeling in de categorieën bouwwerken. Met name voor bouwwerken in gevolgklasse 1 wijzigen de leges. Bouwtechnisch worden de werkzaamheden door onafhankelijke kwaliteitsborgers uitgevoerd. Alleen de ruimtelijke toets wordt nog door de gemeenten uitgevoerd. In de tabel van de leges zijn voor bouwwerken twee aparte tarieven opgenomen. In artikel 2.5 de tarieven voor de bouwtechnische toets, in artikel 2.6 de tarieven voor de ruimtelijke toets. Voor bouwwerken in gevolgklasse 1 kan alleen het tarief van artikel 2.6 worden geheven.

77% van de gemeenten hanteert een tarief afhankelijk van de bouwsom. Hiervan hanteert 63% een staffel en 14% een vast tarief. Opmerkelijk is dat 14% een vast bedrag hanteert. Dit heeft grote gevolgen voor de legesopbrengsten. 49 gemeenten hanteren een vast tarief onder de €1.000,-. Gemiddeld bedraagt het tarief in deze gemeenten €412,-. Het voorbeeld hierna laat zien hoe dit financieel uitpakt door de vergelijking tussen 2023 en 2024.

De toekomst van bouwaanvragen

Het betreft een bouwaanvraag van 1 eengezinswoning. Deze valt in gevolgklasse 1. In 2023 onder de Wabo werd als leges gemiddeld 3% over de bouwsom geheven. Dit is €10.500,-. In 2024 wordt een vast bedrag geheven op basis van artikel 2.5. In de 49 gemeenten is dit gemiddeld €412,-. Dit is een vermindering van de opbrengst van meer dan €10.000,- voor 1 woning. Hopelijk zijn de gemeenten zich bewust van deze nadelige financiële gevolgen.

Maximale tarieven

Ook is er onderzocht hoeveel gemeenten gebruik maken van een maximum tarief. Bij de bouwtechnische toets maakt 47% van de gemeenten gebruik van een maximum van €9.000,- tot €1.275.000,-. Bij de ruimtelijke toets maakt 58% gebruik van een maximum van € 65,40 tot €1.750.000,-. De tarieven lopen sterk uiteen zoals je ziet.

Omgevingsplanactiviteiten

Ook bij de buitenplanse omgevingsplanactiviteiten zien we een verscheidenheid aan heffingsmaatstaven en tarieven variërend van: vaste bedragen, een differentiatie naar klein (kruimel) en groot, gerelateerd aan bouwsom, grondoppervlakte of aantal woningen. Vooral bij de ‘oude kruimelgevallen’ wordt in gemeenten, met een vast bedrag, onvoorziene hoge leges verwacht.

De nieuwe milieuheffingen

De nieuwe heffingsmogelijkheid is de heffing voor activiteiten milieubelastend. Meer dan 90% van de gemeenten en alle provincies kiezen voor het toepassen van deze heffing. De tariefstelling loopt uiteen van €1.000,- / €5.000,- per milieubelastende activiteit. Het is belangrijk te monitoren hoe deze heffing zich ontwikkeld.

Tussentijdse aanpassingen

De legesverordening mag tussentijds worden aangepast. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een wijzigingsverordening of nieuwe legesverordening en tarieventabel wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Na bekendmaking geldt dan de nieuwe verordening en tarieventabel. De aanpassing hoeft niet met terugwerkende kracht te worden toegepast. Alleen als de aanpassing in het voordeel is van de aanvrager mag terugwerkende kracht worden toegepast. Mocht de huidige verordening leiden tot ‘onbillijkheden van overwegende aard’ dan kan de hardheidsclausule van de Awr worden toegepast. Dit is de bevoegdheid van het college of degene die door het college gemandateerd is en kan in uitzonderlijke gevallen worden toegepast.

Het grote belang

Het is van groot belang in je eigen gemeente te onderzoeken of er geen onbedoelde consequenties zijn van de nu geldende legesverordening. Signalen kunnen komen van aanvragers, de afdeling vergunningverlening, bezwaarmakers, tegenvallende inkomsten etc. Pas zo nodig de legesverordening en tarieventabel tussentijds aan. Onderzoek de impact van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen voor verbouw die per 1 januari 2025 in werking treedt. En start op tijd met de berekening van de kostendekking 2025, zodat de output kan dienen als input voor de begroting 2025.

Hulp nodig met de berekening van de kostendekking 2025 of andere uitdagingen, wij ondersteunen je graag met onze kennis en ervaring.

Bronvermelding:
Involon | Benchmarkonderzoek legesverordeningen 2024